woensdag 26 oktober 2011

Phil Bloom - Overzicht van 1985-2010

Tekst voor de catalogus bij de tentoonstelling "Phil Bloom: een overzicht van 1985 tot heden", deWillem3, Vlissingen 2010

Kijken naar het werk van Phil Bloom is verdwijnen in een droomlandschap. Een droom vol bizarre figuranten die vaak afzonderlijk heel bekend en vertrouwd zijn, maar naast elkaar een verrassend nieuw beeld creëren. De figuranten gedragen zich zo natuurlijk naar elkaar, precies zoals de meest bizarre situaties en figuren in een droom volslagen normaal zijn, pas bij het ontwaken komt de verwarring. Deze surrealistische beleving wordt versterkt door de ongedefinieerde omgeving, er is geen plaatsaanduiding, de achtergrond is een mist.
Het grote formaat van de doeken maakt dat je werkelijk in deze wereld kan stappen, het kader van deze wereld verdwijnt en alleen het droombeeld blijft. Immers, een droom beschouw je niet, je beleeft het.

In haar woning en atelier in een oude koffiebranderij in Antwerpen die zij deelt met haar man, kunstenaar Martin uit den Bogaard, is het ook alsof je een droom binnen stapt. Het pand, de ruimtes ademen dezelfde sfeer als hun werk. Maar het heeft niks gemaakts, het is eigen, het draagt de fascinaties en karakters van de bewoners uit. Creativiteit, schoonheid, verval, dood en vergankelijkheid hebben allemaal een prominente plaats in het huis. Dit klinkt morbide, maar dat is het niet. Het hoort bij het leven, het is fascinerend, het is inspiratie en energie. Het is een huis waar dood en vergankelijkheid ook mogen bestaan naast schoonheid en plaats is voor de creativiteit en nieuwsgierigheid die het inspireert. Als mysterieus onderdeel van de levenscyclus, dood creëert immers ook weer energie.
Het huis is door haar architectuur en de invulling door de bewoners een droomlabyrint en nachtmerrie tegelijkertijd. Soms is het eng, maar al gauw zie je iets wat de spanning breekt en je doet lachen of verwonderd doet kijken.

De zolderverdieping is haar atelier, hier werkt zij in het prachtige noorderlicht dat door de hoge ramen van het zaagtanddak binnenvalt. De ruimte is groot en wordt gevuld met haar schilderijen en vele verschillende installaties die her en der door de ruimte verspreid staan. Installaties opgebouwd uit allerlei spullen die tot inspiratie dienen en waarmee ze ook uit de voeten kan om situaties en dromen te verbeelden. De ruimte is niet enkel een werkplaats, het is een laboratorium om in te experimenteren, een plek om haar fascinaties uit te dragen. Soms zijn het spullen die haar fascineren en inspireren, soms gewoon prullaria, een grapje. Maar welke voor haar het grapje is en welke in inspiratie voorziet is, kijkend naar haar werk, niet altijd even duidelijk. Uit een opgezet hertenkalfje of schitterend gewei put zij net zoveel inspiratie als uit een kerstrendier met een truitje aan.
Het grootste gedeelte van de spullen hebben met herten van doen, herten in alle soorten en maten en alles wat in de verte met herten te maken heeft. Herten zijn het hoofdthema in haar atelier, Phil’s totemdier dat ook veelvuldig terug komt in haar schilderijen.

Een droomdagboek is misschien wel de beste manier om het werk van Phil te beschrijven. Haar schilderijen zijn leesbaar als een boek, mits men de taal der dromen eigen kan maken of vertaald voor eigen gebruik. Een dagboek is persoonlijk, intuïtief. Phil’s werken zijn ook geen les voor de toeschouwers, maar haar persoonlijke verwerking van haar eigen hersenspinsels, in beeld tot uitdrukking gebracht. Phil wil haar gedachten met ons delen, maar ze niet opdringen. Door te schilderen gaat ze het gesprek makkelijker aan. Alles wat de kunstenaar beweegt wordt in haar schilderijen verwerkt. Soms is een thema tijdelijk heel erg aanwezig, een periode van belang, totdat ze het verwerkt heeft. Andere thema’s komen steeds terug, maar op een andere mannier benadert en uitgewerkt. En net als in dromen is de symboliek in het werk van Phil nooit eenduidig. Is Mickey de ene keer symbool voor de veramerikanisering van de maatschappij, in een ander werk vertolkt hij de kinderlijke onschuld.

Sommige dromen zijn heel expliciet en andere omfloerst en subtiel.
Een droom kan op dat moment als prettig ervaren worden, maar na het ontwaken toch een bevreemdend gevoel geven. Soms is de droom een nachtmerrie, angstaanjagende beelden van oorlog, dood en vergankelijkheid. Maar ook in nachtmerries zit vaak een irreëel element wat bij ontwaken tot lachen aanzet: was ik daar bang voor?

Aantrekken en afstoten, lieflijkheid en bevreemding, angst en humor, dat dubbele karakter typeert het werk van Phil Bloom. Alles bestaat bij de gratie van zijn tegenpool. Niet het gevolg van een bewuste keuze om dwars te zijn, geen effectbejag van de kunstenaar, maar zoals zij de wereld ziet en ervaart.

Spiritualiteit en materialiteit delen samen het doek, net als gruwelijkheid en humor, high art en low art, barokke schilderkunst naast cartoon tekenen.
Haar werk veroorzaakt verwarring en de iconografie straalt een willekeur uit. Deze willekeur is onjuist, Phil Bloom laat zich niet beperken door 1 thema of stijl. Daar zijn haar interesses veel te breed voor en hanteert ze de verschillende technieken met teveel vakmanschap. De stijl is gekozen omdat het de juiste was om een idee tot uitdrukking te brengen, een bewuste keuze.

Naast dit persoonlijke handschrift blijft er genoeg ruimte over voor de toeschouwer om zijn eigen regie er op los te laten en daardoor de droom eigen te maken. Zijn eigen associaties bedenken en betekenissen kan toekennen. De benaderingen zijn onuitputtelijk.
Haar werk is een caleidoscoop aan beelden en associaties die de toeschouwer kunnen aansporen steeds diepere lagen te ontdekken in Phil’s werk en het eigen associatievermogen de vrije loop te laten. Of nodigt juist uit het totale beeld te ervaren en in het beeld te stappen als een droommoment, waar alles echt en onecht tegelijkertijd is en Mickey Mouse naast Ganesh geen uitleg behoeft.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten