woensdag 26 oktober 2011

Marliz Frencken - Woman, woman, woman

Tekst voor de catalogus bij de tentoonstelling van Marliz Frencken "Woman, woman, woman", deWillem3, Vlissingen 2011

Nationaal en internationaal is Marliz Frencken het afgelopen decennium vooral bekend om haar vrouwenbeelden. Nu, op het hoogtepunt van de populariteit van haar sculptuur, verrast ze met deze serie schilderijen onder de titel Woman, woman, woman.
Wie bekend is met het werk van Marliz Frencken zal van dit thema de wenkbrauwen niet optrekken, vrouwen hebben altijd de hoofdrol in haar werk. Desalniettemin zal ook voor de liefhebber deze serie schilderijen als onverwacht komen.

De verrassing zit niet direct in het medium, van huis uit is Marliz een schilder en is dat altijd gebleven. Noch het onderwerp is verrassend voor Marliz, ook in haar sculptuur zijn emotie en de vrouw de hoofdthema’s. De verrassing schuilt in de stijl, nog krachtiger en directer dan in haar beelden weet ze de essentie van emotie van een vrouw te verbeelden in het tweedimensionale vlak.
Waar haar sculptuur vaak verhalend is, zijn haar schilderijen van alle franje ontdaan en laten  de kern zien, rauw, direct en echt. Uitgekleed, zonder zich te verschuilen of te excuseren laat zij emotie zien als een röntgenfoto. Leesbaar en aan de oppervlakte, maar geen moment te verwarren met oppervlakkigheid.

Het is geen ode aan de vrouw, geen viering van het vrouw zijn of vrouwelijke kwaliteiten, noch een etalage van eendimensionaal uitgelichte emoties. Ze probeert niets te verheerlijken of de toeschouwer te overtuigen van haar gelijk. Verschillende facetten worden tegelijkertijd getoond: schoonheid en het verlies daarvan, jaloezie, kracht, zelfverzekerdheid, spil van het web van haar leven of verstrikt in het net van keuzemogelijkheden en de gevolgen daarvan.

Niet dat Marliz Frencken pretendeert in dit werk dè vrouw te verbeelden en dè essentie van de vrouw, noch streeft ze ernaar het complete spectrum van emoties te laten zien. Ze verspilt geen tijd om zich te verplaatsen in een ander, dat zou ten koste gaan van de directheid. Geen behoefte meer aan verhalen, aan mooier maken dan het is. Niet hard, wel puur en eerlijk. Het vergt zelfvertrouwen, kracht, rijpheid en moed om zo dicht bij jezelf te blijven, om je zo bloot te stellen, leesbaar de emoties neer te zetten en dit aan de buitenwereld te tonen. Maar nergens proef je de twijfel of het gewaardeerd zal worden, of het begrepen gaat worden. Daar is de kunstenaar niet mee bezig geweest.

Dat kenmerkt de kracht van dit werk, het komt zo dicht bij de kern van de emotie dat iedereen zijn of haar individuele gevoelens daarin kan herkennen. Er bestaat geen archetype, geen standaard. Confronterend, want het is alsof iemand dwars door je heen heeft gekeken, jouw emotie bloot heeft gelegd. En juist toch is de herkenning ook een opluchting, je bent niet de enige. Als het doelbewuste idee was dat te bereiken, die confrontatie op te zoeken, zou dit punt niet bereikt kunnen worden, dan sta je als kunstenaar al te ver weg, een stap te ver verwijderd.

Woman, woman, woman kan je verzuchten, roepen, zingen!

Kris Dewitte - (Cineasten) Uit de schaduw & Kissing project

Tekst voor de uitnodiging voor de tentoonstelling van Kris Dewitte "(Cineasten) Uit de schaduw"en "Kissing project", deWillem3, Vlissingen 2010

Een fascinatie voor de beeldtaal van het witte doek en de praktijk van de fotografie, brachten KriDewitte binnen in de wereld van filmfestivals, filmsets en talloze filmsterren. Zijn indringende en expressieve zwart wit foto’s van o.m. David Lynch, Francis Ford Coppola, Martin Scorsese, Viggo Mortensen, John Malkovich, Tilda Swinton vallen wereldwijd in de smaak met tentoonstellingen en boekuitgaven.

Voor de serie (Cineasten) Uit de Schaduw (in samenwerking met Open Doek, Turnhout) richt hij de camera op de filmmakers die zich vaak buiten de spotlight bevinden. De cineasten van de wereldcinema, wiens films op filmfestivals de harten van menig filmliefhebber sneller doen kloppen. Prachtige, intrigerende portretten van de grote namen van alle uithoeken van de wereld als Zhang Yimou, Jafar Panahi, Alejandro González Inñárritu, Walter Salles, Tsai Ming Liang. Uit de schaduw en in de kijker gezet in zwart/wit. Aangevuld met een heel recente reeks foto’s in kleur speciaal voor deze tentoonstelling.

Kissing Project is een intieme serie foto's van mensen die kussen. Iconen, filmmakers en artiesten lieten zich verleiden. De kus als het ultieme gebaar. De primeur voor Nederland, na de eerste tentoonstelling in Osaka, Japan en het Fotofestival van Knokke in België.

Nicole Bianchet - Barbalien Nights

Zaaltekst bij de tentoonstelling van Nicole Bianchet "Barbalien Nights", deWillem3, Vlissingen 2010

De grote landschappen van Nicole Bianchet (1975, Los Angeles) nodigen uit er in te stappen, je onder te laten dompelen in een fantastische wereld, sereen en spannend tegelijkertijd. Maar de toegang wordt versperd, takken belemmeren de weg, het moerasachtige landschap is ongeschikt om te betreden. De eerst zo lieflijke takken blijken uit het oppervlak gesneden. Er wordt een spel gespeeld van aantrekken en afstoten, een plek gecreëerd die zowel uitnodigend als ongastvrij is, een gemaakt en tegelijkertijd wild landschap. De takken als littekens in het oppervlak, sommige vers en andere geheeld, duiden een landschap dat een geschiedenis heeft. Maar een geschiedenis die door de toeschouwer zelf in te vullen is.
Deze landschappen lijken het ideale decor te zijn voor ontmoetingen met de figuren uit haar portretten reeks. Deze portretten dragen kenmerken die wij vaak als mooi ervaren bij mensen en schilderijen: grote ogen, volle lippen en in aantrekkelijke, vrolijke kleuren geschilderd, afstotend door hun bij nader inzien niet geheel menselijke trekken en het verval wat door alle verf heen nog zichtbaar is. Geschilderd op stukken (afgescheurd) karton, afval eigenlijk, die door beschildering weer opgebouwd worden, met behulp van aantrekkelijke kleuren verf mooi gemaakt zijn. In plaats van kerven krast zij hier tekst in het beeld.
Portretten van koppen refererend aan haar geboortestad Los Angeles, de maakbaarheid van schoonheid en eeuwige jeugd en de vervreemdende gezichten die dat oplevert, zogenaamde kinderen van Barbie met Alien. 

Ray Moon - The empire of dirt & Heart of darkness

Zaaltekst bij de tentoonstelling van Ray Moon "The empire of dirt"en "Heart of darkness", deWillem3, Vlissingen 2010

Ray Moon (1967, Heerlen) is ondertussen geen onbekende meer in Vlissingen, al was hij hier in het verleden vooral als onderdeel van de muziekformatie en kunstenaarscollectief Los Dancing Queens. Hij volgde zijn opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunst in Maastricht en zal in deze expositie zijn zwart-witte schilderijen uit de periode 2006-2010 laten zien.

In zijn grote zwart-wit schilderijen gebeurd heel veel tegelijkertijd, er zit geen volgorde of chronologie in, geen gebeurtenis of onderwerp staat centraal of trekt de aandacht naar zich toe. De aandacht kan nauwelijks op een plek in het werk gevestigd blijven voordat de blik weer verder geleid wordt naar het volgende, blijft zweven en steeds nieuwe scènes en zwaartepunten ontdekt. Het werk vind zichzelf steeds opnieuw uit doordat de toeschouwer zijn accent steeds verleggen kan en iedere keer een ander begin en chronologie in het werk vind.  Soms lijkt het werk willekeurig uit een groter schilderij gesneden, zo abrupt kunnen de afsnijdingen zijn. De antropomorfe structuren, herhalingen, verschillende perspectieven en lijnen, onverwachte afsnijdingen creëren Chaos. Chaos, in de woorden van Ray Moon, is het niet de afwezigheid van structuur, maar de aanwezigheid van meerdere structuren of gezichtspunten gelijktijdig. Wie op zoek is naar enige vorm van ordening of chronologie komt in zijn werk bedrogen uit. Veel uitleg over of duidelijke toelichting op zijn werk komt er ook niet. De titels van de series “Heart of darkness” en “Empire of dirt” en die van de werken zijn de enige houvast voor de toeschouwer, maar bindend zijn deze niet.

Looove TINKEBELL./ For my family

Zaaltekst voor bij de tentoonstelling "Looove TINKEBELL./ For my family", deWillem3, Vlissingen 2010



Tinkebell (Katinka Simonse, 1979, Goes) zorgt al enkele jaren voor veel commotie met haar confronterende en choquerende kunst. Haar werk neigt zeer naar activisme en is bedoeld de discussie aan te wakkeren rond bepaalde misstanden in de wereld. Op een zeer uitgesproken wijze wil zij de toeschouwer confronteren met enkele donkere kanten van zijn of haar bestaan, donkere kanten waar we direct of indirect aan meewerken dan wel in stand houden. Dierenleed, misplaatste filantropie en de dunne scheidingslijn tussen porno en pedofilie zijn belangrijke thema’s in haar werk.

Dieren verworden in haar ogen in de huidige maatschappij tot wegwerpproducten als alle andere. Een dier als accessoire of voor consumptie, welke functie vervuld een (huis)dier in onze maatschappij? Hoe ver gaan we voor het ideale huisdier (allergeen- en reukvrij, makkelijk in onderhoud)? En hoeveel van het oorspronkelijke dier laten we daarbij intact? Wat laten wij gebeuren om kiloknallers vlees in de schappen te houden?
Hetzelfde gaat op voor de westerse filantropische blik en goede doelen cultuur. Als de situatie niet overeenkomt met onze eigen (levens)verwachting willen we graag ingrijpen, helpen. Maar is dit nodig? Ervaart de ander het zoals wij dat denken? Of is dit juist een vorm van Westerse projectie, alle goede bedoelingen ten spijt?
Ook de porno-industrie blijft bij Tinkebell niet buiten schot. Maar hoe confronterend kan dat nog zijn? De meesten hebben daar al een duidelijk beeld of oordeel over en in de media laaien de discussies regelmatig op. Sex met kinderen is voor de meesten onacceptabel, maar zogenaamde Barely 18 sites lopen als een trein. Waar ligt die grens?

Vuur met vuur bestrijden, aandachttrekkerij, activisme of kunst. Door het choquerende karakter van haar werk en de extreme uitvoering dwingt ze de toeschouwer om een standpunt in te nemen. Of die enkel een standpunt inneemt ten opzichte van haar werk of ook ten opzichte van de achterliggende thematiek is aan de toeschouwer zelf.

Phil Bloom - Overzicht van 1985-2010

Tekst voor de catalogus bij de tentoonstelling "Phil Bloom: een overzicht van 1985 tot heden", deWillem3, Vlissingen 2010

Kijken naar het werk van Phil Bloom is verdwijnen in een droomlandschap. Een droom vol bizarre figuranten die vaak afzonderlijk heel bekend en vertrouwd zijn, maar naast elkaar een verrassend nieuw beeld creëren. De figuranten gedragen zich zo natuurlijk naar elkaar, precies zoals de meest bizarre situaties en figuren in een droom volslagen normaal zijn, pas bij het ontwaken komt de verwarring. Deze surrealistische beleving wordt versterkt door de ongedefinieerde omgeving, er is geen plaatsaanduiding, de achtergrond is een mist.
Het grote formaat van de doeken maakt dat je werkelijk in deze wereld kan stappen, het kader van deze wereld verdwijnt en alleen het droombeeld blijft. Immers, een droom beschouw je niet, je beleeft het.

In haar woning en atelier in een oude koffiebranderij in Antwerpen die zij deelt met haar man, kunstenaar Martin uit den Bogaard, is het ook alsof je een droom binnen stapt. Het pand, de ruimtes ademen dezelfde sfeer als hun werk. Maar het heeft niks gemaakts, het is eigen, het draagt de fascinaties en karakters van de bewoners uit. Creativiteit, schoonheid, verval, dood en vergankelijkheid hebben allemaal een prominente plaats in het huis. Dit klinkt morbide, maar dat is het niet. Het hoort bij het leven, het is fascinerend, het is inspiratie en energie. Het is een huis waar dood en vergankelijkheid ook mogen bestaan naast schoonheid en plaats is voor de creativiteit en nieuwsgierigheid die het inspireert. Als mysterieus onderdeel van de levenscyclus, dood creëert immers ook weer energie.
Het huis is door haar architectuur en de invulling door de bewoners een droomlabyrint en nachtmerrie tegelijkertijd. Soms is het eng, maar al gauw zie je iets wat de spanning breekt en je doet lachen of verwonderd doet kijken.

De zolderverdieping is haar atelier, hier werkt zij in het prachtige noorderlicht dat door de hoge ramen van het zaagtanddak binnenvalt. De ruimte is groot en wordt gevuld met haar schilderijen en vele verschillende installaties die her en der door de ruimte verspreid staan. Installaties opgebouwd uit allerlei spullen die tot inspiratie dienen en waarmee ze ook uit de voeten kan om situaties en dromen te verbeelden. De ruimte is niet enkel een werkplaats, het is een laboratorium om in te experimenteren, een plek om haar fascinaties uit te dragen. Soms zijn het spullen die haar fascineren en inspireren, soms gewoon prullaria, een grapje. Maar welke voor haar het grapje is en welke in inspiratie voorziet is, kijkend naar haar werk, niet altijd even duidelijk. Uit een opgezet hertenkalfje of schitterend gewei put zij net zoveel inspiratie als uit een kerstrendier met een truitje aan.
Het grootste gedeelte van de spullen hebben met herten van doen, herten in alle soorten en maten en alles wat in de verte met herten te maken heeft. Herten zijn het hoofdthema in haar atelier, Phil’s totemdier dat ook veelvuldig terug komt in haar schilderijen.

Een droomdagboek is misschien wel de beste manier om het werk van Phil te beschrijven. Haar schilderijen zijn leesbaar als een boek, mits men de taal der dromen eigen kan maken of vertaald voor eigen gebruik. Een dagboek is persoonlijk, intuïtief. Phil’s werken zijn ook geen les voor de toeschouwers, maar haar persoonlijke verwerking van haar eigen hersenspinsels, in beeld tot uitdrukking gebracht. Phil wil haar gedachten met ons delen, maar ze niet opdringen. Door te schilderen gaat ze het gesprek makkelijker aan. Alles wat de kunstenaar beweegt wordt in haar schilderijen verwerkt. Soms is een thema tijdelijk heel erg aanwezig, een periode van belang, totdat ze het verwerkt heeft. Andere thema’s komen steeds terug, maar op een andere mannier benadert en uitgewerkt. En net als in dromen is de symboliek in het werk van Phil nooit eenduidig. Is Mickey de ene keer symbool voor de veramerikanisering van de maatschappij, in een ander werk vertolkt hij de kinderlijke onschuld.

Sommige dromen zijn heel expliciet en andere omfloerst en subtiel.
Een droom kan op dat moment als prettig ervaren worden, maar na het ontwaken toch een bevreemdend gevoel geven. Soms is de droom een nachtmerrie, angstaanjagende beelden van oorlog, dood en vergankelijkheid. Maar ook in nachtmerries zit vaak een irreëel element wat bij ontwaken tot lachen aanzet: was ik daar bang voor?

Aantrekken en afstoten, lieflijkheid en bevreemding, angst en humor, dat dubbele karakter typeert het werk van Phil Bloom. Alles bestaat bij de gratie van zijn tegenpool. Niet het gevolg van een bewuste keuze om dwars te zijn, geen effectbejag van de kunstenaar, maar zoals zij de wereld ziet en ervaart.

Spiritualiteit en materialiteit delen samen het doek, net als gruwelijkheid en humor, high art en low art, barokke schilderkunst naast cartoon tekenen.
Haar werk veroorzaakt verwarring en de iconografie straalt een willekeur uit. Deze willekeur is onjuist, Phil Bloom laat zich niet beperken door 1 thema of stijl. Daar zijn haar interesses veel te breed voor en hanteert ze de verschillende technieken met teveel vakmanschap. De stijl is gekozen omdat het de juiste was om een idee tot uitdrukking te brengen, een bewuste keuze.

Naast dit persoonlijke handschrift blijft er genoeg ruimte over voor de toeschouwer om zijn eigen regie er op los te laten en daardoor de droom eigen te maken. Zijn eigen associaties bedenken en betekenissen kan toekennen. De benaderingen zijn onuitputtelijk.
Haar werk is een caleidoscoop aan beelden en associaties die de toeschouwer kunnen aansporen steeds diepere lagen te ontdekken in Phil’s werk en het eigen associatievermogen de vrije loop te laten. Of nodigt juist uit het totale beeld te ervaren en in het beeld te stappen als een droommoment, waar alles echt en onecht tegelijkertijd is en Mickey Mouse naast Ganesh geen uitleg behoeft.

Jack Vreeke - 7 Art Cars

Zaaltekst bij de tentoonstelling Jack Vreeke "7 Art Cars" in deWillem3, Vlissingen 2010

Jack Vreeke (1942) is bijna een alleskunner te noemen, de diversiteit van zijn oeuvre is opvallend. Hij is niet gebonden aan een bepaalde techniek, medium of onderwerp. Objecten, installaties, grafiek, schilderijen, cartoons en sculptuur passeren allemaal de revue. Naast kunstenaar is Jack Vreeke betrokken bij/oprichter van het Kunstkaartenmuseum, zijn Bureau voor Naïeve Kunst, het Hilarisch Astrolarium, Kunsthal Weert, zijn eigen Kunstuitleen en was hij docent op de Fontys Hogeschool Eindhoven.

Een bericht op de radio over de invoering van de nieuwe kentekenplaten met drielettercombinaties was de inspiratie voor hem om weer een geheel nieuwe weg in te slaan: het idee voor zijn eerste Art Car was geboren.
In het radiobericht werd vermeld dat veel drieletterige woorden en afkortingen, om begrijpelijk redenen, niet in de nieuwe kentekenplaten zouden voorkomen. De Typical Dotch Art Car (2007) ontstond toen Jack Vreeke ging proberen om zo veel mogelijk van deze ‘kenteken’woorden op een auto te passen. Na de aankoop van een groot aantal oude kentekenplaten bleek helaas dat er geen klinkers op voorkwamen. Hierdoor moest de kunstenaar zijn aanvankelijke idee opgeven. Desalniettemin waren er nog legio mogelijkheden over. Hij bouwde, met een steekwagentje als basis, een vereenvoudigd model van de Topolino uit 1935 na en met veel fantasie wist hij alsnog een auto vol met woorden uit de platen te toveren. Bijna direct na voltooiing werd zijn Art Car genomineerd voor de Nederlandse Designprijs 2007 en stond de Typical Dutch Art Car op de World's Best Design Exhibition in Seoul.

De Art Car’s die Vreeke maakt zijn geen hoogstandjes van autotechniek, de eerste vijf hebben zelfs geen (werkend) stuur. Het zijn vooral experimenten in het hergebruik van materialen en voorwerpen en de nieuwe betekenis die daaraan verleend wordt door deze in de vorm van een auto te presenteren.

De nu in Weert woonachtige kunstenaar is al lang geen onbekende meer in Vlissingen. In de jaren ’80 en ‘90 presenteerde hij al een aantal grote installaties hier in de stad, zoals de ‘Aangespoelde potvis’, ‘Een paard voor de Ruyter’ en de ‘Zeeuwmeeuw’.

Nu is hij wederom uitgenodigd om hier zijn serie Art Car’s te exposeren.